15 december 2000

‘Een formidabel bolwerk’, zo is de katholieke gemeenschap in Nederland vóór de Tweede Wereldoorlog ooit omschreven. Het beeld van een naar binnen gekeerde hechte katholieke gemeenschap, van een afzonderlijke roomse subcultuur die tussen 1920 en 1940 haar grootste bloei bereikte, is en blijft hardnekkig. Uit recent historisch onderzoek blijkt dat katholieken zich bepaald niet in hun bolwerk verschansten, maar soms opmerkelijk ontvankelijk waren voor moderne stromingen en denkbeelden. Met ‘die verleiding van het vreemde’, waarin de spanning tussen traditie en moderniteit zich vaak manifesteerde, gingen zij eigenzinnig om