22 november 1996

Het ideaal van wereldverzaking stond in de kloostertraditie lange tijd centraal. De ware kloosterling ‘stierf voor de wereld’ en werd opnieuw geboren, als een mens die vrij was om zich volledig aan God toe te wijden. Ideaalbeelden en praktijken kwamen lang niet altijd overeen. Veranderende sociale en kerkelijke omstandigheden zetten beide verder onder druk. Bovendien werd steeds duidelijk dat sterven voor de wereld voor vrouwen iets anders betekende dan voor mannen