12 december 2008

Hoewel religieuzen in de voorbije eeuwen geen monopolie meer hadden op wetenschappelijke kennis, zoals in de Middeleeuwen, hebben zij toch veel wetenschappelijk werk verricht op zulke uiteenlopende gebieden als theologie, filosofie, missiologie, antropologie, sociologie, geschiedschrijving en diverse exacte wetenschappen. Religieuze wetenschappers bevonden zich echter vaak in een enigszins benarde positie. Enerzijds streefden zij in hun vak naar objectieve en empirische kennis, anderzijds waren zij door hun religieuze status sterk gebonden aan het instituut van de kerk, dat zich wat ongemakkelijk verhield tot de objectieve wetenschap zodra deze leek te raken aan geloofsovertuigingen. Tijdens dit colloquium kwamen zowel de conflicterende als de verrijkende rol van de religieuzen in de wetenschap aan de orde. Hierbij stonden de wetenschapsgebieden missiologie, exacte wetenschappen, geschiedenis/geschiedschrijving en antropologie centraal.